DE INLEIDING UIT APAN/EXTERN/13
IS HIER INTEGRAAL OVERGENOMEN
DE LEDEN VAN DE WERKGROEP-WEST OVER DEZE ONTDEKKING
Vanaf begin jaren tachtig werden er rolsteenwerktuigen gevonden op de Maasvlakte. Jan Driessens uit Venlo was hiervan de ontdekker. Ab Lagerweij en John de Koning zochten in die tijd botmateriaal en artefacten op de Maasvlakte en werden door Jan Driessens geïnformeerd over vindplaatsen op de zuidwal van de Maasvlakte. Het betrof hier rolsteenwerktuigen die voorheen nog niet in Nederland gevonden waren. Jan Driessens heeft toen de vindplaatsen overgedragen aan Ab en John. Samen met André Cardol en Herman van der Made, waarmee de ‘Werkgroep West’ werd gevormd, welke deel uitmaakt van de APAN (Aktieve Praktijk Archeologie Nederland) werden honderden artefacten geborgen, waaronder veel choppers. Onderzoek naar herkomst en ouderdom werd gestart. Via Rijkswaterstaat, verantwoordelijk voor de opbouw van de Maasvlakte, kwamen wij achter de herkomst van het materiaal. Dit werd op 15 kilometer uit de kust van Norfolk opgebaggerd en naar de Maasvlakte gebracht. Via de bibliotheek van de Rijksgeologische Dienst, toen nog te Haarlem, kwamen wij in contact met Philip Cambridge, verbonden met de Geological Society of Norfolk in Norwich. Deze heeft het Maasvlakte materiaal, tijdens een bezoek aan Haarlem, gezien. Hij kende het niet, maar gaf toe dat hij meer verstand had van geologie en onthield zich van een oordeel over de artefacten. Gelijksoortige vondsten werden onder andere door Ad Wouters gedaan bij Oosterhout (Noord-Brabant) in de jaren zeventig. Hij bracht ons hiervan op de hoogte en wees ons op de overeenkomsten met het Maasvlakte materiaal. Ook bij Oosterhout werden door ons honderden rolsteenwerktuigen gevonden. Daarnaast werd ook fossiel botmateriaal gevonden waaronder walvisrib. Dit materiaal bleek, net als dat van de Maasvlakte, aangevoerd van voor de kust van Norfolk. Van een diepte van circa 20 meter werd dit materiaal door middel van bakken omhoog gebracht. Verder onderzoek leverde geen bevredigende informatie op betreffende ouderdom en cultuurduiding van deze rolsteenwerktuigen. Een artikel van A.J. Stuart in Cranium van augustus 1992 over de Cromer Forest Bed Formaties (CFBF) bij West Runton aan de noordkust van East Anglia bracht ons op het idee om hier de aansluiting te zoeken met de vondsten van Maasvlakte en Oosterhout. Ad Wouters, deskundige op het gebied van het oudpaleolithicum, dacht dat mogelijk de laag van de ‘Monkey Gravel’ bij West Runton overeenkomst zou vertonen met dit materiaal. Wij besloten naar East Anglia te gaan om dit te onderzoeken. West Runton zag er ter plekke gecompliceerder uit dan wij gedacht hadden. De Monkey Gravel bleek niet de gezochte Noordzee-pebbles te bevatten. Wel vonden wij bij laag water crag-resten op het kalkplateau dat aan de vloedlijn dagzoomt. Hierin was vuursteen te zien, maar afwijkend van dat van de Maasvlakte en Oosterhout. Hierna verlegden wij ons onderzoek naar andere in publicaties genoemde kustplaatsen in de bocht ten oosten van Cromer. Op vrijwel alle plaatsen waren profielen niet of nauwelijks aanwezig. Het meest zuidelijke punt van de oostkust dat wij bezochten was Kessingland. Hier bevond zich een uitgestrekt grindstrand waar vuursteenmateriaal te vinden was dat redelijk vergelijkbaar was met dat van de Maasvlakte. Artefacten ontbraken echter. Ook konden wij Philip Cambridge bezoeken in Norwich. Toen wij hem vertelden van de crag-resten op de kalkformatie, vertelde hij ons dat deze de Weybourne Crag betroffen. Wij dachten zelf eerst aan Red Crag. Daarmee werd onze aandacht toch weer gewekt. In de Weybourne Crag waren qua ouderdom namelijk wel degelijk artefacten te verwachten. Nu richtte onze aandacht zich op deze Weybourne Crag restanten. Ondanks de weinige Crag-resten die nog te vinden waren werden er vooral onder de Weybourne Crag, in het z.g. ‘Stone Bed’, veel interessante artefacten verzameld. Op dit moment werd vindplaats ‘EWR I’ ontdekt. Deze gaf in situ vondsten als: een aambeeld, een eindschraper en honderden afslagen. Ons onderzoek kreeg hiermee een onverwachte wending met een nieuw aandachtsgebied. Verder onderzoek hieromtrent was wenselijk. Uiteindelijk zijn er drie reizen naar West Runton ondernomen waarbij een aantal vondstcomplexen werd geborgen. Over de verrassende resultaten hiervan gaat
de monografie van APAN/EXTERN/13.
Werkgroep West: Ab Lagerweij, André Cardol, Herman van der Made en John de Koning
APAN/EXTERN/13 is 84 pagina's dik en is verluchtigd met vele perfecte tekeningen van artefacten door Ab Lagerweij, met kaarten, schema's en een aantal tekeningen van Co Sturkop van de fauna uit het Tiglien en vijf kleurenfoto's om zelf in te plakken. Extern/13 kost € 20 incl. verzendkosten.
Op 26 september 2009 werd in het Museum Hertogsgemaal te Gewande APAN/EXTERN/13 gepresenteerd. Het is een speciale uitgave, geheel gewijd aan de oudste bewoning van West Europa, nl aan de oudste tot nu toe gevonden artefacten in Engeland. Meer dan een miljoen jaar ouder dan Boxgrove en Pakefield. Door de Werkgroep West van de APAN werd gedurende meerdere korte vakanties, verspreid over enkele jaren, onderzoeken verricht naar artefactvoorkomens in het beroemde Stone Bed voor de kust van East Anglia, nabij het stadje West Runton. De resultaten van deze onderzoeken zijn na vele jaren hard werken gepubliceerd in deze monografie, getiteld:
'Werktuigen uit het Stone Bed van East Anglia, 1.8 miljoen jaar BP'.
Dan gaat het over werktuigen van de Homo erectus.
Het bestaan van de Homo erectus is in de maand november in ons land niet ongemerkt voorbij gegaan. Na het nieuws over de expo van een van de schedels van Dmanisi, in het natuur museum Naturalis in Leiden, was deze oude rakker even wereldnieuws in Nederland. De speciale lezingencyclus in het natuur museum Naturalis te Leiden, op zaterdag 28 november, stond geheel in het teken van de oudste bewoning van Europa. Dit mini-symposium werd goed bezocht, o.a. door een delegatie van tien APAN-leden.
De organisator van het symposium prof. dr. Wil Roebroeks had enkele internationale beroemdheden uit het archeologische en paleontologische wereldje naar Leiden weten te halen, waaronder de Dmanisopgraver prof. dr. David Lordkipanidze, de opgraver van Atapuerca dr. Maria Martinon-Torres, de 'out of Africa' criticaster prof. dr. Robin Denell en de hier nog te noemen prof. dr. Jean Jaques Hublin van het Max Planck Instituut. In de pauzes zijn aan deze en nog een drietal andere wetenschappers, de APAN/EXTERN/13 overhandigd. Met de daarin afgedrukte Engelse summary zal de beschrijving van de 1.8 miljoen jaar oude vondstgroep uit East Anglia begrepen kunnen worden. Een betere samenloop van omstandigheden dan dit symposium, hadden we niet kunnen wensen voor verspreiding van deze belangrijke monografie onder de top van de Europese archeologische en paleontologische wetenschap. Bij deze dankt de APAN dan ook de organisatie voor de uitnodiging om hierbij aanwezig te hebben kunnen zijn. Het was zo'n dag om te herinneren.
BEROEMDE OUD PALEO VINDPLAATSEN IN EUROPA - EXPOSITIE TAUTAVEL 2009
HIER HOORT EAST ANGLIA NU OOK TUSSEN TE STAAN, NOG VOOR DMANISI a.u.b.
Prof. dr. David Lordkipanidze met de samengestelde schedel van Dmanisi, bestaande uit het D 2700 cranium en de D 2735 onderkaak. De Homo erectus van Dmanisi leefde in een redelijk warm klimaat, het Tiglien, bij ons bekend uit de formatie van Tegelen, de naam is er aan gerelateerd. Dit klimaat heerste over grote delen van Noordelijk Europa, tot in Engeland. De Homo erectus van East Angllia zwierf langs de toenmalige kustlijn en zette zijn kampen op bij West Runton. Het was intelligent speurwerk van de leden van de Werkgroep West van de APAN die tot zijn ontdekking hebben geleid. Ook al is van hem ter plekke niets overgebleven, zijn vuurstenen gereedschappen getuigen ervan dat hij er is geweest. Hij was er eerder dan zijn latere verwanten van Pakefield en Boxgrove. Hij was de vroegste noordelijkste pionier.
Het Stone Bed bij eb voor de kust van West Runton.
Ab Lagerweij bezig met een onderzoek op de site EWR 5. Op de achtergrond is het Bovenste Kalk zichtbaar.
Al deze artefacten werden voor de kust van East Anglia uit het Stone Bed uit in situ's geborgen. De werktuigen zijn geslagen in de buffer- en aambeeldtechniek, ook wel bipolairtechniek genoemd. Er werden niet alleen grote choppers en schaven aangetroffen, maar ook kleinere boren, stekers, schrabbers, klingen en afslagen, met daarnaast nog weer het nog kleinere productieafval. Al deze artefacten zaten ingebed in de breccie van het Stone Bed en konden alleen met grote moeite gewonnen worden. Het is een goed gevulde toolkit, met een uitgebreide typologie. Sommige werktuigen komen zowel in groot formaat voor als in kleinere varianten. Het gebruikte vuursteenmateriaal was van een buitengewoon goede kwaliteit. Deze kwam in grote hoeveelheden voor in de onmiddellijke nabijheid van de sites.
De artefacten werden aangetroffen in het Stone Bed, dit is de eerste laag op de tekening bovenop het Bovenste Kalk. Legenda vakje 2.
Dmanisi Georgië- 1.8 miljoen BP
Grotte du Vallonet - Frankrijk 1 miljoen BP
Fuenta Nueva-Orce - Spanje - 1 miljoen BP
Monte Poggiolo - Italië - 900.000 BP
Grandolina Sierra Atapuerca - Spanje -800.000 BP
Ceprano - Italië - 800.000 BP
Isernia la Pineta Molise - Italië - 700.000-500.000 BP
Castel di Guido - Italië - 430.000 BP
Visogliano Triëste - Italië - 400.000 BP
Terra Amata Nice - Frankrijk - 400.000 BP
Galeria Burgos Atapuerca - Spanje - 300.000 BP
Isoletta Ceprano - Italië - 400.000 BP
Menez Dregan Finistère - Frankrijk - 400.000 BP
Sima de los Huesos - Spanje - 300.000 BP
Aven d'Orgnac Ardèche - Frankrijk - 340.000 BP
Grotte du Lazaret Nice - Frankrijk - 150.000 BP
DE BEROEMDSTE OUDSTE VONDSTEN UIT ENGELAND TOT NU TOE
Cauna de l'Arago - Tautavel Frankrijk - 600 -500.000 BP
Overeenkomst tussen flora en fauna van het Stone Bed bij West Runton en Tegelen - Vroeg Pleistoceen. Met o.a. dieren als: zuidelijke mammoet, reuzenbever, hert van Tegelen en Etruskische neushoorn.
Engeland kent natuurlijk veel meer oud-paleo-vondstgroepen, maar de bovenstaande zijn in recente tijd in het nieuws gekomen. Vooral Boxgrove was een doorbraak. De 500.000 BP die daaraan gekoppeld werd betekende tevens de ommezwaai van Wil Roebroeks en Thijs van Kolfschoten, wat betreft hun project 'Korte Chronologie'. Hierin werd gesteld dat Europa niet eerder bewoond was geweest dan juist die 500.000 BP. De datering van Boxgrove was dus net op het randje. De vraag werd: waar kwamen deze mensen vandaan? Met de latere ontdekking van het 250.000 jaar oudere Pakefield werd aangetoond dat de Boxgrove-mens zelfs al voorouders had gehad, hij was dus niet de eerste Engelsman. Dmanisi met een ouderdom van 1.8 miljoen jaar lag ook al ver binnen de grenzen van Europa en was even oud als de eerste mens 'out of Africa'. Dit vroeg om verschuivingen van inzichten. Roebroeks en Van Kolfschoten verzetten hun bakens en het lijkt er nu op dat Roebroeks een vooraanstaande rol gaat spelen in het verspreiden van de gedachte dat Europa wat ouderdom betreft niet meer onder doet voor Afrika en Azië. Dit is de inzet die van een Spinozaprijswinnaar verwacht wordt. Chapeau!
In Naturalis werd op 28 november de eerste steen gelegd om in ons land meer betrokkenheid te kweken voor de interesse van de eerste Europeaan. Nu blijkt dat er 1.8 miljoen jaar geleden al menselijke activiteiten waren voor de kust van het huidige West Runton in East Anglia, dan volgt daarop de volgende vraag: waar kwamen die lui dan vandaan? Ze moeten logischerwijs uit het zuid-oosten zijn gekomen. Mogelijk volgden ze de kustlijn van het Bovenste Krijt. Die liep dwars door de huidige Noordzee. Dit betekent dat ze mogelijkerwijs ook door de streken trokken waar nu ons land ligt. In de 70er en 80er jaren van de vorige eeuw werd er veel archeologisch onderzoek gedaan in de Stuwwallen van Midden-Nederland. In de gestuwde lagen waren de warmte perioden te herkennen. In die lagen werden diverse vroege paleo bewoningssporen aangetoond. De oudste werd gedateerd op meer dan 1 miljoen jaar BP. De ontdekkingen werden gepresenteerd in de reeks Archaeologische Berichten. Deze tijdschriftenreeks kan gezien worden als het belangrijkste werk van Ad Wouters, broeder Aquilas. Hij was een van de baanbrekende pioniers op het gebied van het onderzoek naar de vroegste bewoning van ons land. In het kielzog van zijn enthousiasme volgden meerdere ontdekkingen, door o.a. Jan Willem van der Drift, van oud-paleo-bewoning in het oerstroomdal van de Maas in Zuid-Limburg. Het was daar dat de leden van de Werkgroep West van de APAN hun primaire ervaringen opdeden betreffende dit tijdvak. De bipolair-culturen van Banholt en met name van Spaubeek (file = pdf) waren hun eerste in situ-ontdekking. En na meer dan dertig jaar is West Runton de kroon op hun werk. Ontdekt na jaren logisch nadenken en wegstrepen van mogelijke locaties, uiteindelijk bleef er maar eentje over; het vuursteenrijke Stone Bed van East Anglia. Die ontdekking is nu gebundeld in APAN/EXTERN/13.
Wereldwijd
wordt er momenteel koortsachtig gezocht naar oude en nog oudere sporen van mensachtigen. Afrika wordt niet meer gezien als de enige bakermat, men weet het niet meer, de mat kan nu op meerdere plaatsen gelegd worden.
Feit is dat de Homo erectus rond 1.8 miljoen jaar geleden op meerdere ver uiteenliggende plaatsen tegelijkertijd aanwezig was. En dan gaat het nog steeds om maar een klein oppervlak van de planeet waar de onderzoeken uitgevoerd worden.
We hebben gezien dat er in Noord-Amerika momenteel een doorbraak is met de Calico-site, in de acceptatie dat ook daar al meer dan 200.000 jaar geleden bewoning was. Door contacten die APAN-lid Jan Willen van der Drift onderhoudt met de opgraver evan, de archeoloog Chris Hardeker, hebben we als een van de eersten in Europa er op ApanArcheo aandacht aan besteed. De Amerikanen kennende, wanneer ze er echt induiken zullen ze niet meer te stoppen zijn naar de zoektocht van ouder-oudtst op hun dubbelcontinent. We kunnen nog heel wat verwachten, met hopelijk opvolgende symposia in Naturalis. De bipolair-techniek is overal.
Klaas Geertsma
OPMERKING Volgens Jan Willem van der Drift laten veel vondsten uit het Stone Bed van East Anglia duidelijk zien dat ze bipolair gemaakt zijn. Zoals het voorkomen van aambeelden, breuken onder steile hoek, vlakke slagbulten en opvallend grote slaglittekens. In het laatste hoofdstuk van zijn DVD 'Het bipolaire toolkit concept' (op de link te bestellen) laat hij bovendien bipolair gemaakte werktuigen uit Nederland zien die even oud zijn als die van East Anglia en Dmanisi. Daarvan is een groep ontdekt in het Oostmaas dal en een andere groep in de diepste lagen van de Stuwwallen. De ontdekkingen in East Anglia staan dus zeker niet alleen. Het is heel belangrijk te weten dat Engeland en Nederland in het Tigliën aan elkaar vast zaten, het Kanaal dat de twee landen nu scheidt is pas 450.000 jaar geleden door de Fleuve Manche ontstaan. De Engelse en de Nederlandse vondsten van 1.8Ma vormen daardoor eigenlijk één logisch samenhangend geheel.
Een deel van Boxgrove uitgestald. Wat opvalt is de grote homogeniteit en versheid van deze vondstgroep. Na 500.000 jaar inbedding in de bodem is er op deze artefacten met het blote oog geen spoortje van patinering waar te nemen.
Wie op de APAN-dag in het gebouw van de voormalige ROB in Amersfoort aanwezig is geweest, heeft mogelijk de Boxgrove-vuistbijlen die Roebroeks toen toonde, op de hand kunnen bekijken. De versheid en scherpte van de randen was opvallend.
Drs Niekus heeft ook enkele stukken van deze beroemde vindplaats in bezit, ook die getuigen van de versheid en scherpte.
In Europa zijn natuurlijk nog wel meer oud paleo-complexen opgegraven, zoals o.a. Markkleeberg 200.000 BP, Bilzingsleben 300.000 BP en Vertezöllös 450.000 BP. Ook Zuid-Spanje kent er nog enkele die niet in Tautavel werden geëxposeerd, zoals Cueva Victoria, Venta Micena en Barranca Leon, gedateerd tussen de 1.2 en 1.8 miljoen jaar BP. De eerste mensachtge op Europese bodem wordt geclaimd door Spanje, bij Gran Dolina, men noemt hem Homo antecessor. Hij was een tijdgenoot van Homo erectus. In Dmanisi wordt van een ondersoort uitgegaan. Dus wie was de eerste echte Europeaan?
Naar Dmanisi website
Foto's en tekeningen vondstgroep East Anglia: Werkgroep West en K. Geertsma. Foto's Tautavel: K. Geertsma. Foto Lordkipanidze: NewScientist. Foto's Pakefield en Boxgrove: opgepikt op het internet. Mochten er rechten verchuldigd zijn op gebruikte foto's, dan gelieve dit door te geven onder 'contact'.
HET EINDE VAN 'DE KORTE CHRONOLOGIE' - DE BIPOLAIR-TECHNIEK IS OVERAL
15x9,8
cm
De artefacten van East Anglia zijn getekend op ware grootte. In totaal 26 pagina's A4.
NIEUWE INZICHTEN IN DE LEEFOMGEVING VAN DE VROEGE MENS
Onze voorouders maakten rond 2,5 Ma (miljoen jaar geleden) stenen werktuigen en rond 1,8 Ma waren ze vanuit Afrika naar Eurazië getrokken. Geologen noemen die belangrijke periode het Tigliën omdat er in het Nederlandse plaatsje Tegelen heel veel dieren- en plantenfossielen uit die tijd zijn gevonden. Die fossielen laten zien dat West-Europa in die tijd subtropisch warm was en voor een groot deel bedekt met loofbos. In grote delen van Azië viel er veel minder regen. Door de droogte strekten zich open graslanden uit van Noord-Afrika via Dmanisi tot in China. Veel archeologen denken dat de Homo erectus zich vanaf de Afrikaanse savanne via die graslanden verspreidde. Maar de inzichten in de leefomgeving van de vroege mens zijn dramatisch aan het veranderen. Want het Middle-Awash project heeft bewezen dat onze voorouders al 4,5 Ma in het bos leefden. We hebben het dan over de Ardipithecus Ramidus, een wezen dat op twee benen liep maar nog grijpvoeten had. De grootste groep Homo erectus vondsten van 1,8 Ma is ontdekt in Dmanisi. Die plaats lag wel in het gebied van de open graslanden, maar volgens David Lordkipanidze was Dmanisi juist zo aantrekkelijk voor onze voorouders door het gevarieerde biotoop, de rivieren bossen bergen en zee waren allemaal heel dichtbij. Had de oermens nou droge grassprieten nodig of niet? In die discussie zijn de vondsten uit Noordwest-Europa uiteraard van groot belang, want deze bewijzen dat de Homo erectus ook in een nattere vruchtbare omgeving kon leven.
The article TOOLS FROM THE STONE BED OF EAST ANGLIA 1.8 MYA contains a large English summary.
Here you can read the Introduction
During three successive years (1993-’95) we carried out a survey in the Stone Bed, deposited on the Upper Chalk on the foreshore at West Runton, Norfolk. Each year we
stayed there for about one week. During this time our research activities took place when the Stone Bed fell dry at low tide.
The reason for our survey in Norfolk was because that when the Maasvlakte near Rotterdam was constructed, pebbles were deposited which were brought to the surface
by dredging them from banks lying at about 10 miles in front of the Norfolk coast.
Since the beginning of the eighties a large number of pebbletools have been collected from those deposits. An article by A.J. Stuart: The pleistocene Vertebrate Fauna’s of
West Runton (Cranium 1992/9.2) stimulated us to try to find a connection between those tools from the Maasvlakte and possible pebble deposits on the coast of Norfolk.
However we did not succeed in finding this connection at the various coastal spots in the bend East of Cromer. At almost all spots profiles were not or almost non-existent.
Nevertheless this meagre result we encountered at West Runton the in this article described findings. Quite a lot of interesting artefacts were collected in the Stone Bed lying under the Weybourne Crag. So because of this our survey got an unexpected new
dimension.
Ab Lagerweij, André Cardol, Herman van der Made en John de Koning
APAN/EXTERN/13 is 84 pages thick with a lot of perfect drawings of artefacts, with maps and a number of drawings of the fauna from the Tiglien. Extern 13 costs € 20.
READ THIS
WITH LARGE ENGLISH SUMMARY
click pictures to enlarge
click picture to enlarge
WEST RUNTON
IN SITU
HOMO ERECTUS TOOLS
AS EARLY AS DMANISI
1.8 MYA
publication
TOOLS FROM THE STONE BED OF EAST ANGLIA 1.8 MYA
CLOSE RELATIVES OF THE HOMO ERECTUS FROM DMANISI LIVED IN EAST ANGLIA AT THE SHORE OF THE TIGLIAN SEACOAST OF WHAT IS NOW CALLED WEST RUNTON
Links naar alle artikelen en bijdragen op ApanArcheo, inclusief PDF-artikelen.